Deze werd opgericht in 1936 in Aartselaar door Maurice Fonteyne en Alice Vandewynckel. Als boerenzoon uit het West-Vlaamse Pollinkhove, trok hij naar het Antwerpse om de slagerstiel te leren. In 1964 werd ‘Fonteyne ‘ verder gezet door de 2de generatie , Jozef en Maria Fonteyne.
Sinds 1936 is ‘Fonteyne ‘een begrip en kwalitatief hoogstaande slagerij. Het was dan ook een onweerstaanbare uitdaging voor Maarten en Cathy ( beide uit een slagersfamilie ) die in ‘ 97 de zaak overnamen als derde generatie. Maarten leerde perfect de knepen van het vak van vader op zoon en echtgenote Cathy kon haar passie gebruiken en had een opleiding genoten in de Hotelschool Spermalie in Brugge. Terwijl Maarten steeds te vinden is in de winkel als uw slager – vakman , en instaat voor de persoonlijke zorg van vers vlees en service van de klant , zorgt echtgenote Cathy zowel in de keuken als in de winkel voor de goede gang van zaken.
In 2021 werd de zaak overgedragen aan Maxim Derks, die dit succes verhaal met veel energie en jong enthousiasme verder zet.
Sindsdien is Fonteyne uitgegroeid tot één van de betere zaken in Aartselaar en omstreken met een enorm aanbod aan traiteurgerechten , take a way , een ruime keuze aan topkwaliteit vers vlees en wild , tal van huisgemaakte verse salades en gezonde luxe slaatjes , huisgemaakte charcuterie en top delicatessen geïmporteerd uit binnen en buitenland. En alsnog niet te vergeten ons ruim assortiment aan huisgemaakte desserts en ambachtelijk gebak !
Tevens beschikken wij ook over een assortiment van gluten en lactosevrije charcuterie , salades en bereidingen. Uiteraard zijn sommige van deze zaken op bestelling. Voor degenen die belang hechten aan topkwaliteit , persoonlijke service met een glimlach , presentatie en al wat lekkers , in een nostalgisch kader , is een bezoek aan Kwaliteitsslagerij – Traiteur ‘ Fonteyne ‘ zeker de moeite waard !!
Kortom een klassezaak voor mensen die het fijnste wensen!
Maurice Fonteyne werd in 1901 geboren te Pollinkhove in West-Vlaanderen en schoot
thuis op als een fors gebouwde, sterke knaap, maar groeide anderzijds nooit door tot een
excellente student. Zijn vader dacht: ik laat hem in de vakanties hard meewerken op de
hoeve, dan gaat hij misschien met plezier beter gaan leren in de school, maar helaas dat
middel lukte niet. Bovendien maakte de knaap Maurice als jonge adolescent in de
Westhoek de harde, moeilijke tijden van de “Groote Oorlog” mee en tot overmaat van
ramp moest de ouderlijke hoeve verkocht worden. In 1920 trok het gezin van
Pollinkhove naar Lo, waar Maurice met broers en zusters nog wat mee hielpen bij vaderend
in de boerenstiel. Het was daar dat Maurice al een beetje had leren slachten.
Maurice besliste uiteindeljk om naar zijn broer Julien te gaan in Antwerpen om daar de
slachtersstiel te leren. Na een leerperiode nam hij in Hoboken een job van meestergastbeenhouwer
aan bij baas Janssens.
Toen baas Janssens zijn beenhouwerij 6 maand later
te koop stelde zag Maurice zijn kans schoon, samen met zijn broer Julien en diens
echtgenote Judith. Maar nu werd het voor Maurice tijd om ook een vrouwke te vinden.
Toen hij datzelfde jaar met Lo kermis naar huis trok en ging dansen ontmoette hij daar

voor het eerst zijn Alice, waarmee hij trouwde in 1927 en nog een vijftal jaar in
Hoboken bleef, samen met zijn broer en schoonzuster. In Hoboken kregen Maurice en
Alice Vanderwynckel (°Lo 1904) een eerste kindje, dat helaas stierf na 10 maanden. Het
jonge echtpaar ontsnapte ook niet aan de zucht naar een eigen haard en die vonden ze in
een beenhouwerij in de buurt van de Nationale Bank in Antwerpen. Vier jaar en vier
geboortes later, met name: Rigobert, Germain, Raymond en Yvonne, bleef er enkel nog
de wens naar een huis met een tuintje erbij. En zo zijn ze uiteindelijk tijdens de “Heilige
Week” in april 1936 in Aartselaar verzeild geraakt.